top of page
119 - Ezra.JPG

Getuigenis Ezra

De insecten hadden zich verstopt en de ratten sliepen allemaal, dus die dag eindigde mijn zoektocht naar eten met een lege maag. Weet je,  mijn dagelijkse menu beperkte zich tot dieren en insecten uit de jungle.

In die tijd was ik pas 6 jaar, maar mijn leven was al erg moeilijk geweest. Mijn moeder stierf toen ik vier jaar oud was. Mijn vader overleed enkele maanden later en dus was ik alleen en was er niemand die voor mij kon zorgen. Iedereen in mijn dorp in het hart van de jungle van Borneo was erg arm. Ieder moest zijn eigen eten bij elkaar zoeken. Mijn lijfje kwijnde weg. Mijn huid was overal aangetast door schurft en mijn longen stierven af door tuberculose. Ook was ik ernstig ondervoed.

Het was tijd om terug te keren naar mijn gammele kippenren, want de dag was voorbij. De kippenren was mijn bescherming tegen de dagelijkse regen. Kruipend onder de dikke jungle begroeiing, moest ik een klein riviertje oversteken om het dorp te bereiken. Toen zag ik een Blanke Man die een bad nam in het kristalheldere water van het bergstroompje.

Er was mij verteld dat wanneer ik mijn ouders niet gehoorzaamde, ik naar een Blanke Man gebracht zou worden, maar toch was ik niet bang. Hij was al eerder in ons dorp geweest dus ging ik naar hem toe. Hij stak zijn hand naar mij  uit – ik weet niet waarom, maar ik had het gevoel dat ik deze man wel eens kon vertrouwen; mogelijk was hij anders, misschien gaf hij zelfs om mij… Hij nam me mee naar de hut van ons stamhoofd.

Nadat hij het stamhoofd had begroet vroeg hij van wie ik was en wie er verantwoordelijk voor mij was. Het stamhoofd antwoordde: “zijn vader en moeder zijn dood, hij is op zichzelf en wij willen hem niet.” ‘Kan ik hem dan meenemen naar mijn dorp?’, vroeg de Blanke man,’ Ik zal voor hem zorgen. Maar hij zal bij mij wonen en ik zal hem niet meer naar dit dorp terugbrengen.’  Mijn hart maakte een sprongetje, maar tot op de dag van vandaag herinner ik het antwoord: “neem hem, wij willen hem niet”.

Deze Blanke Man nam mij mee naar zijn huis en gaf mij een bord eten. Ik had zo’n honger dat ik de rijst pakte en het in mijn mond propte. Terwijl ik goed oplette dat niemand mijn bord zou afpakken at ik mijn bord tot de laatste kruimel leeg. Het was zo lekker!

Toen bracht de  Blanke Man mij naar de dokter. De enige dokter die ik kende was de toverdokter. Daar was ik bang voor, maar deze dokter was anders, hij was vriendelijk. De dokter onderzocht mij en vertelde dat ik ernstig ondervoed was en tuberculose en schurft had. Als ik hier niet vandaag gebracht zou zijn, zou ik binnen een week gestorven zijn, vertelde de dokter.

We gingen terug met alle medicijnen en ik moest meerdere keren per dag verschillende porties eten. Al gauw begon mijn buik dikker en gezonder te worden. Ik voelde me gelukkig en veilig en na een paar weken was de schurft verdwenen en voelde mijn huid zo zacht aan. Mijn haar begon te groeien, zwart en glimmend. Na zes of acht maanden zag mijn lijfje er weer gezond uit en voelde ik mij goed. Prijs de Heer!

Inmiddels ben ik al heel veel ouder en heb ik de hele school doorlopen. Ik woon nog steeds met heel veel plezier in Living Waters Village en ben God zo enorm dankbaar dat mijn wegen en de wegen van deze Blanke Man elkaar kruisten op die plek. Hij was voor mij als een engel die door God naar daar gestuurd was. Hij nam mij, een stervende zesjarige jongen mee, hield van me, gaf me te eten en hielp me om te genezen. Zelfs tot de dag van vandaag zorgt Bapak nogsteeds voor mij! Halleluja!

Neem gerust contact met ons op als je vragen hebt. Gebruik hiervoor de onderstaande contactmethode.

Nieuwsbrief Aanmelden

bottom of page