top of page
119 - Ezra.JPG

Getuigenis Ezra

Ezra was een van de eerste jongens die het dorp binnenkwamen. Toen hij nog maar 6 jaar oud was (hij werd geschat op ongeveer 6 jaar, maar zijn werkelijke leeftijd is onbekend) werd hij aan zijn lot overgelaten. Zijn moeder en vader waren allebei overleden, zijn broer was verloren en hij was alleen en ongewenst door de mensen in zijn dorp. Hij jaagde op insecten en ratten om te eten, zijn leven op nog jonge leeftijd was onvoorstelbaar. Hij leefde onder een kippenhok om te schuilen voor de regen en leed aan ernstige ondervoeding, tuberculose en schurft.

Pas toen Ronny door zijn dorp kwam, veranderde Ezra's leven drastisch. Tijdens het douchen bij de rivier zag Ronny Ezra vanuit de verte. Hij raakte bevriend met Ezra, die aarzelde om met Ronny te komen praten nadat zijn ouders jarenlang hadden gezegd dat als hij stout zou zijn, ze hem zouden overdragen aan de ‘blanke man’. Ronny nam Ezra mee naar het stamhoofd die hem zijn situatie uitlegde. Ronny vroeg of hij Ezra mee terug mocht nemen, waarbij hij duidelijk maakte dat hij Ezra niet zou teruggeven, maar dat hij bij hen zou komen wonen.  De reactie van het stamhoofd was "neem hem mee. We willen hem niet". Ronny pakte Ezra op en omhelsde hem. Hij wist dat dit Gods werk was. Eenmaal terug werd Ezra rondgeleid in zijn nieuwe huis en voorgesteld aan zijn nieuwe familie. Hun eerste maaltijd samen werd opgediend, Ezra bewaakte zijn bord terwijl hij at. Het was zijn eerste echte maaltijd in jaren.

Ronny bracht Ezra vervolgens naar de dokter. Dit was anders dan de dokter die Ezra gewend was, er kwam geen zwarte magie aan te pas, er werd geen angst gezaaid. Deze dokter gaf om Ezra. De dokter wendde zich tot Ronny nadat hij Ezra had onderzocht en zei “als je dit kind vandaag niet had gebracht, zou hij binnen een week dood zijn”. Er werden medicijnen gegeven en een behandelplan en portiegroottes voor het eten om ervoor te zorgen dat hij niet zo snel zoveel zou eten na zo lang niet goed eten en de ernstige ondervoeding. 

 

Na verloop van tijd begon hij zich gezonder te voelen, er gezonder uit te zien, op te bloeien en van het leven met zijn nieuwe gezin te houden. Op een dag kwam Ezra naar Ronny, die hij Bapak (vader) noemde, en vertelde hem over zijn oudere broer Arip en vroeg of hij bij hen kon komen wonen. Ronny ging terug naar Ezra's dorp en zocht Arip. Het stamhoofd zei dat Arip de jungle in was gegaan om voedsel te zoeken. Ronny wachtte maar er was geen teken van hem. Drie keer ging Ronny naar het dorp op zoek naar Arip, maar elke keer hetzelfde antwoord, hij was op zoek naar voedsel in de jungle. En dus veronderstelde Ronny dat Arip dood was.

Een paar jaar later gebeurde er iets wonderbaarlijks. Antan, een van de jongens en een van Ezra's nieuwe broers, was van plan om naar huis te gaan om zijn moeder en familie te bezoeken. Het was dicht bij Ezra's dorp en behoorde tot dezelfde stam als waar Ezra toe behoorde. Toen Antan op een dag in de jungle op zoek was naar voedsel, kwam hij iemand tegen van wie hij nooit had verwacht dat hij hem zou tegenkomen. Arip! Hij omhelsde Arip en vertelde hem dat ze hem zochten en dat Ezra springlevend was. Ze kregen toestemming van hun stamhoofd en gingen naar huis om herenigd te worden en Arip's nieuwe familie te ontmoeten. 

 

Ezra en Arip konden weer samenleven en samen opgroeien. Ze sliepen comfortabel onder een afdak, aten drie maaltijden per dag, kregen onderwijs en leerden vooral over Jezus en hoe geliefd ze door Hem zijn. Al snel ontvingen ze allebei Jezus in hun hart.

Vandaag de dag wonen Ezra en Arip nog steeds in LWV. Ze hebben hun opleiding afgerond en dienen nu in de bediening. Ze hebben verschillende verantwoordelijkheden en bemoedigen en helpen andere nieuwe kinderen die in de bediening komen. Een getuigenis kunnen zijn van hoe God in hun leven heeft gewerkt en hen weer bij elkaar heeft gebracht. Een zegen zijn voor de mensen om hen heen en een wandelend wonder voor de mensen in de kampung, die al die jaren geleden de hoop op hen hadden opgegeven.

 

" Ik denk nog vaak terug aan die scène in de rivier, toen ik die vreemde blanke man een bad zag nemen. Ik dank God dat onze wegen zich die dag hebben gekruist! Voor mij was hij als een engel van God, naar de wilde jungle gestuurd. Hij nam mij, een uitgehongerde zesjarige, en hield van me, gaf me te eten en hielp me te genezen. Zelfs vandaag de dag zorgt Bapak nog voor me" - Ezra

Neem gerust contact met ons op als je vragen hebt. Gebruik hiervoor de onderstaande contactmethode.

Nieuwsbrief Aanmelden

bottom of page